Het leerplan wero is behoorlijk lijvig, maar ik kan het wel behoorlijk kort houden voor het eerste en tweede leerjaar. Het is de bedoeling om alles de komende week/weken op een rij te zetten en vandaag begin ik met de doelen die in de eerste graad verworven moeten worden. De kinderen moeten ze op een elementair niveau beheersen.
OVERKOEPELENDE DOELSTELLINGEN
Basisvaardigheden
0.9
Kinderen
kunnen nauwkeurig waarnemen met al hun zintuigen.
Dat
houdt in dat ze:
-
luisteren,
zien, voelen, proeven, ruiken
MENS EN LEVENSONDERHOUD
Verhandelen en consumeren
1.13 Geld functioneel kunnen gebruiken in
praktische toepassingssituaties
MENS EN TIJD
Tijdbeleving
8.4
Kinderen beleven bewust het ritmisch karakter van de tijd en kunnen dit
illustreren
-
stilstaan
bij en genieten van:
·
de
wisseling van dag en nacht
·
de afwisseling
tussen schooltijd en vrije tijd
Dagelijkse tijd
8.5
Kinderen ervaren en uiten dat hun leven een opeenvolging van gebeurtenissen is
Dat
houdt in dat ze:
-
basisbegrippen
en courante aanduidingen in verband met de dagelijkse tijd in hun juiste
betekenis gebruiken. Begrippen als:
·
vroeger,
later, nu, ochtend, voormiddag, middag, namiddag, avond, nacht, de namen van de
weekdagen, eergisteren, overmorgen
·
nog
vroeger, nog later, eerst, dan, daarna, laatst
8.7
Kinderen kunnen een planning maken in de tijd en er zich aan houden.
Dat
houdt in dat ze:
-
een
welomschreven opdracht in een kleine groep kunnen uitvoeren volgens de
vooropgestelde taakverdeling en tijdsplanning
In de tijd ordenen/meten
8.10
Kinderen kunnen in de tijd ordenen en zowel hun eigen als de Europese
geschiedenis in perioden indelen.
Dat
houdt in dat ze:
-
belangrijke
gebeurtenissen of ervaringen uit het eigen leven chronologisch kunnen ordenen
en indelen in perioden
MENS EN RUIMTE
Ruimtelijke inrichting
9.5
Kinderen kunnen een ruimte aangenaam en functioneel helpen inrichten
Dat
houdt in dat ze:
-
suggesties
kunnen geven om een ruimte in te richten, bv. de eigen kamer, het klaslokaal, de
woning, de school (speelplaats), de woonomgeving (straat, wijk, gehucht,…)
Kaartvaardigheid
9.9
Kinderen kunnen gebruik maken van diverse voorstellingen van de ruimte.
Dat
houdt in dat ze:
-
afdrukken
en voorstellingen van vertrouwde plaatsen en voorwerpen kunnen terugvinden,
·
in een
zandtafel
9.10
Kinderen kunnen plaatsen en gebeurtenissen waar ze kennis mee maken vlot op een
passende kaart of plattegrond terugvinden.
Dat
houdt in dat ze een voorstelling in hun hoofd hebben van een aantal
plattegronden en kaarten zodat ze:
-
in een
praktische toepassingssituatie op een plattegrond van de school vlot de eigen
klas en enkele andere belangrijke plaatsen kunnen situeren
Mobiliteit
9.15
Kinderen zien in dat menselijk verkeer altijd risico’s inhoudt.
Dat
houdt in dat ze:
-
weten dat
opvallende kleding in het verkeer kan bijdragen tot eigen veiligheid
Wil je deze doelen gewoon downloaden en op je pc opslaan. Dan vind je ze achter deze link.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten