Vorige week vertelde ik jullie hier over mijn opstart van Dagelijkse Kost dit jaar. Je kon er de eerste twee bundels downloaden en er kwam heel veel reactie op. Daar ben ik ontzettend blij mee. Ik weet immers hoeveel uren ik achter mijn computer en op school spendeer en hoe weinig vrije tijd er overblijft. Heb je een gezin en/of kinderen, dan is het volgens mij steeds een rush als je net als ik nogal perfectionistisch van aard bent. Vandaar dat delen een must is, dan blijven de goeie krachten het in het onderwijs volhouden en genieten de leerlingen van degelijk onderbouwde werkvormen. Want ik ga niet over een nachtje ijs, dat kan ik wel zeggen ;).
Daarom horen er ook een aantal materialen bij mijn Dagelijkse Kost en daar wil ik het vandaag over hebben.
Zo is er een hulpkaart voor de dagen van de week. Wil je daar nog meer over lezen? Dan vind je er hier een blogpost over: Hulpkaart dagen van de week.
Wil je deze hulpkaarten downloaden? Klik dan
hier.
Ik koos de pictogrammen niet zelf, die zijn overeenkomstig met de symbolen uit de schoolagenda in het tweede leerjaar. In het begin van het schooljaar voorzie ik ook een aantal hulpkaarten met schrijfletters erop. Dit is soms nog iets handiger voor het overschrijven van de dagen van de week.
Omdat ik het ook belangrijk vind dat de kinderen van elkaar leren, zet ik bij Dagelijkse Kost ook hulpvragers in (maar niet voor elk kind één). Die hulpvragers bestaan uit twee kleuren. Sommige leerkrachten opteren voor drie, maar dit vind ik mijn klas niet nodig. De hulpvragers zien er als volgt uit...
Ik kreeg ooit eens plakbandrollen van een vriend en daarvan schilderde ik de helft in het groen, de andere helft in het rood. Mijn papa zette ze met superlijm op elkaar. Het gebeurt wel eens dat ze opnieuw geplakt moeten worden, maar ze gaan toch al een aantal jaren mee. Op het einde van het schooljaar verzamel ik ze allemaal in een doos zodat ze netjes en stofvrij blijven.
Ook daarvoor heb ik een label.
Daarnaast heb ik ook een bordplaat/pictogram. Soms mogen de leerlingen elk een hulpvrager gebruiken, andere keren maar één per twee, zoals bij Dagelijkse Kost. Ik leg even uit hoe dat komt. Bij Dagelijkse Kost mogen ze ook hulp vragen aan hun buur. Op die manier leren ze elkaar kennen, elkaar helpen en elkaar begrijpen. Dit zijn belangrijke basisvaardigheden bij een kind en daar zet ik dan ook heel vaak op in tijdens mijn lessen.
Wil je ook gebruik maken van deze bordplaat? Klik dan hieronder.
Als de kinderen maar één per tafel mogen gebruiken, schrijf ik een 1 in het witte vak. Mogen ze elk één afzonderlijk gebruiken (en valt er dus niks aan de buur te vragen), dan schrijf ik het cijfer 2 in het hokje.
In de toekomst gebruik ik ook differentiatie bij Dagelijkse Kost zodat kinderen op hun eigen niveau uitgedaagd worden. Je zult zien dat er vanaf eind september - begin oktober kaasjes op mijn herhalingsbladen staan. Aan de hand van kaartjes op de bank weten de kinderen wat ze moeten maken.
Die kaartjes zien er als volgt uit:
Wil je ook deze kaartjes graag gebruiken?
Wie een kaartje met één kaasje op de bank heeft hangen, hoeft alleen de oefeningen met één kaasje te maken. De kinderen die twee kaasjes hebben, maken de opdrachten met één en twee kaasjes. Bij de sterkste leerlingen hang ik de kaartjes met drie kaasjes. Dan kun je opteren om gewoon alles te laten maken of laten ze de oefeningen met één kaasje over. Dit zijn immers basisoefeningen waarmee de sterkste leerlingen normaal geen moeite hebben.
Dit was het voor vandaag, hopelijk had je er weer iets aan!