zaterdag 22 februari 2020

Hoor je een t? Verleng dan het woord!

Vakantie of niet, ik ga door. Zolang het me lukt om alles te combineren, ga ik ervoor. Wat een zalig gevoel. Je kunt het vreemd vinden, maar ik haal er ongelooflijk veel voldoening uit. Ik droomde van een gezin, een groot gezin, maar nu die droom al een tijdje on hold staat, moet ik mijn energie ergens anders kwijt. Dat kan ik hier en op school. Maar geen schrik, ik heb ook nog veel andere bezigheden. Waarover later zeker meer op mijn andere blogs ;).

Vandaag wil ik het even over een spellingsregel uit het tweede leerjaar hebben en wel deze rond het schrijven van een d of t op het einde van een woord. Deze regel wordt via de handleiding van Kameleon aangebracht, maar ik hoef jullie niet te vertellen dat ik die boeken steeds meer links laat liggen (en ik er eigenlijk van droom om geen enkele handleiding meer te gebruiken).

Ik vind het belangrijk om deze regel zeker een aantal keer verder in te oefenen en dit doe ik onder andere met het volgende (simpele) werkblad.



Wil je het graag zelf gebruiken? Klik dan hieronder op de link.

De bedoeling is dat de kinderen zelf op zoek gaan naar woorden die eindigen op een t (of d). Het mogen geen werkwoorden zijn! Uiteraard werd het verschil tussen naamwoorden en werkwoorden al eerder aangebracht. De leerlingen doen dat alleen, per twee of in groepjes van drie of vier. Je kunt ook een prent aan het bord hangen of een foto projecteren waar ze woorden moeten uithalen. Dat zijn bijvoorbeeld kijkplaten van het internet. Deze zijn makkelijk binnen een welbepaald thema te vinden en op die manier help je minder vindingrijke kinderen wat op weg. Ik deed het nu even zonder prent of foto.

De eerste les laat ik de kinderen brainstormen en noteren. Intussen loop ik rond om hier en daar te verbeteren. Alles bekijken van 32 leerlingen is in dat korte inoefenmoment onmogelijk dus verbeterde ik achteraf alle woorden. Wanneer de kinderen daarna het blad terugkrijgen verbeteren ze eerst alle woorden (maar is eigenlijk niet nodig) en gaan ze achteraf opnieuw per twee zitten (maar nu bij een andere partner). Ze dicteren een woord dat zij de eerste keer al juist schreven en laten dit opschrijven door hun vriendje van de klas. Hierbij dicteren ze het verlengde woord niet, het is aan de schrijver om de verlengingsregel toe te passen. Leerling 1 - die dus even juf of meester was - kijkt onmiddellijk of leerling 2 alles correct schreef. Is dat niet zo, dan verbeteren ze samen. Daarna is het aan leerling 2 om te dicteren en te controleren en zo kunnen ze een tijdje doorgaan.

Nog een fijne zaterdag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Breng de actua naar je klas met een quiz!

Je hebt zo van die momenten dat alles lijkt te lukken en dan zijn er van die dagen dat je denkt: zo wil ik het niet meer. Dan kan je bij de ...